Interview Ledfoot

© Thea Torgersen

Tim Scott McConnell is geboren in een trailerpark in Florida en als kind enkele jaren door een lichamelijk handicap gekluisterd aan zijn bed. De gitaar is zijn eerste en enige vriend. “Mijn vader was een mecanicien en repareerde warmteketels op energiecentrales, hij was altijd de ‘trouble shooter’, die bij elke storing op moest komen draven. Daardoor reisden we veel waardoor ik soms wel twee keer per jaar op een nieuwe school belandde. Dat was niet bevorderlijk voor mijn sociale leven maar muziek bracht uitkomst.” Het is een korte samenvatting van een complexe jeugd vertelt Tim. “Uiteindelijk heb ik mijn school afgemaakt en toen ik 16 was speelde ik al in allerlei cafés in Florida. Voordat ik het laatste jaar van mijn middelbare opleiding in ging, verhuisde ik met mijn 22-jarige vriendin naar New York, ik moest nog 18 worden. Ik was klaar voor een spannend avontuur.”

“Onze Muziek was te hard om
Rockabilly genoemd te worden”

In New York speelt Tim in alle underground clubs, zoals Max’s Kansas City, Mud club en het legendarische CBGB’s van Hilly Kristal die tevens als Tim’s manager opereert. In 1979 sluit Tim zich aan bij de band The Rockats.  De band tekent een deal met Island Records en tourt 5 jaar door de Verenigde Staten.
“Het was midden jaren ’70 in New York, een stad waar de muziekscene uit zijn voegen barstte, daar werd muziekgeschiedenis geschreven. Nu is het een soort Disneyland en niet meer te vergelijken. The Rockats tourde non-stop en dankzij de lobby van Grace Jones kregen we een platendeal bij Island Records, we maakten een livealbum. Het had trouwens niet veel gescheeld of we hadden nooit een album gemaakt want toen de grote baas van Island Records na een show zich in onze kleedkamer melde om ons een contract aan te bieden, gooiden we hem uit de kleedkamer omdat we dachten dat het een grap was. Uiteindelijk tekenden we vijf dagen later het contract, in Bob Marley’s appartement notabene, dat was een vreemde gewaarwording. The Rockats was een te gekke band, maar ook een vreemde eend in de bijt, Rockabilly met de energie van The Faces en de New York Dolls. Onze muziek was te hard om Rockabilly genoemd te worden en te zacht om zich te meten aan de aanstormende hardrockbands in de scene. Maar onze energie was altijd een doorslaggevende factor. Ik heb 10 jaar van mijn leven in die mooie stad New York gewoond.”

In 1983 tekent Tim zijn eerste solodeal bij Sire Records en presenteert hij zijn eerste single getiteld Swear. Een popsong met een gestileerde videoclip als parodie op de hippie-horrorfilms uit de late jaren zestig en jaren zeventig waarover Tim zegt, “In mijn jonge jaren deed ik wel meer rare dingen, ik schreef liedjes op een klein Casio-toetsenbord en plots werd mij een platendeal aangeboden door Sire Records, niet echt een heel goed idee, maar het werken met Richard Gottehrer [red. Blondie, The Go-Go’s, Dr. Feelgood] was adembenemend, hij nam me echt onder zijn hoede. Jammer dat we aan de verkeerde soort muziek werkten.” Voor iemand met een duistere geest heeft Tim verrassend veel humor en het nummer Swear wordt ín 1984 gecoverd door Sheena Easton voor haar album A Private Heaven. Geen slecht resultaat voor het maken van een verkeerde soort muziek. Daarna tekent Tim bij Geffen Records waar hij in 1987 het album High Lonesome Sound uitbrengt.

“Voor ik het wist had ik vier kinderen”

© Thea Torgensen

Tim heeft inmiddels zijn heil gezocht in Californië en wanneer in de jaren die volgen de druk van het muziekleven te zwaar op Tim’s schouders begint te rusten, stapt hij uit de muziekbusiness en werkt als portier in homobars en als schoonmaker bij particulieren. Als Smutty Smiff zijn oude bandmaat van The Rockats in 1989 op de deur klopt van Tim’s appartement aan de westkust van de VS pakt Tim de draad weer op. Samen met Chalo Quintana -bekend van Bob Dylan en Social Distortion- starten ze de zigeuner-folk-rockband The Havalinas en brengen ze hun debuutalbum uit in 1990. Daarna touren ze uitgebreid door de VS en ondersteunden optredens voor Bob Dylan, Chris Isaak en Tina Turner. Na het uitkomen van het live-album ‘Go North’ begint de band ook in Europa furore te maken, maar het avontuur strand in 1993.
“Met The Havalinas wilden we het anders doen, kneiterhard spelen op akoestische instrumenten, volledig anders dan elke andere band in die tijd. Het werkte, want we tourden jaren achter elkaar met The Havellinas waardoor ik op een bepaald moment geen vaste woon of verblijfplaats meer had. Nadat we met The Havalinas een tour met Crowded House hadden afgerond in Scandinavië besloot ik om in Noorwegen op adem te komen, ik kreeg een solotour aangeboden en een platendeal bij Warner Music. Ik maakte het album Deceivers And Believers en voor ik het wist had ik vier kinderen in het koude Noorwegen. Ik ben nog steeds veel onderweg en tour aan de lopende band, maar ik heb nu altijd een plek waar ik thuis kom. Als mijn jongste het huis uit gaat ben ik waarschijnlijk al 73.” De 62-jarige songwriter lacht als een boer met kiespijn.

“Dat was mijn eerste kennismaking
met Bruce Springsteen”

In 1996 publiceert hij het album Everywere I’ve Been, hetzelfde jaar waarin Bruce Springsteen Tim’s nummer High Hopes opneemt op zijn Bloodbrothers EP en DVD. In november 2013 brengt Bruce Springsteen het nummer uit als single en in januari 2014 volgt Springsteen’s studioalbum met ‘High Hopes’ als titel.
“High Hopes schreef ik als een soort ‘chain gang’ song voor mijn soloalbum High Lonesome Sound dat in 1987 door Geffen werd uitgebracht. Ik was volledig in de ban van de gospel in die tijd. We namen het nummer ook op met The Havalinas. Bruce Springsteen was eens komen kijken naar een van onze shows. Na die desbetreffende show gaf ik mijn gitaar -zoals ik elke avond deed- aan mijn gitaartechnicus achter de coulissen. Zonder ook maar op of om te kijken drukte ik mijn -van het zweet druipende- gitaar in de hand van Bruce Springsteen. Dat was mijn eerste kennismaking met The Boss. Ik heb twee dingen geleerd in mijn carrière: laat je nooit negatief uit over collega-muzikanten en respecteer hen om wat ze doen. Springsteen heeft ‘High Hopes’ geweldig vertaald en het heeft mij geen windeieren gelegd.”

“Blues is meer een ‘state of mind’
dan een genre op zich”

Onder zijn eigen naam brengt Tim in totaal vier albums uit alvorens hij In 2007 zijn eerste Ledfoot-album uitbrengt en begint te touren onder deze nieuwe naam in heel Europa. Ledfoot is wie hij is, zwaar getatoeëerd, gelakte nagels en een dikke streep eyeliner onder zijn ogen. Overdag is hij niemand anders dan de man die ’s nachts in rokerige clubs het publiek bezweert met zijn duistere klanken en gitzwarte teksten.
“Een van de redenen dat ik transformeerde van Tim Scott McConnel naar Ledfoot is omdat ik houd van mijn privacy en graag op mezelf ben. Mijn naam hoeft niet overal in grote letters zichtbaar te zijn. Ledfoot is een combinatie van alles wat ik heb geleerd door de jaren heen en de muziek waar ik van houd, maar volledig teruggebracht naar de rauwe essentie: vooral geen ‘bullshit’. Het is haast onmogelijk om in de jaren ’50 en ’60 op te groeien en niet geïnspireerd te raken door rockmuziek. Maar het begon met country, folk en blues gerelateerde muziek zoals Johnny Cash, Marty Robbins en Woody Guthrie. Met die muziek om mij heen groeide ik op. Mijn ouders komen beiden uit de zuidelijke staten van Amerika. Die zuidelijke wortels zijn duidelijk te horen in mijn muziek, zeker op tekstueel gebied is het haast overheersend. Ze noemen het in het zuiden van de Verenigde Staten: drie akkoorden en de waarheid. Een lied schrijven mag pijn doen, de catharsis is overheersend en dat gaat heel ver terug, nog verder dan The Carter Family. Ledfoot werd geboren uit dat basisprincipe, het vertellen van een verhaal. Maar daar waar iedereen zich bezighield met de muzikale standaard die daarbij hoorde, was ik vastbesloten om ander pad te kiezen. Blues is ook meer een ‘state of mind’ dan een genre op zich. Ik heb ook geen idee wat ik me bij ‘Dust My Broom’ moet voorstellen. In die liederen maakten de schrijvers zich zorgen over allerlei zaken en ik plaats die term in de tegenwoordige tijd, waarin we dat stress noemen. De plaats en omstandigheden wijzigen, maar de emotionele factoren zijn door de eeuwen heen altijd hetzelfde gebleven. Hetgeen een lied relevant maakt zijn de onderwerpen en hoe deze taalkundig verpakt zijn. Dat is de sleutel die het slot van de deur naar de luisteraar opent. Luister je naar Death Don’t Have No Mercy In This World van Reverend Gary Davis uit 1960, dan hoor je een fantastische gitarist die zo indringend over de dood zingt dat zelfs ik er een vrolijke vent door lijk. Het is op dit moment de perfecte tijd om over dit soort zaken te zingen gezien de staat van de wereld, maar hij maakt het relevant omdat het een waar verhaal is uit zijn omgeving in zijn tijd. Als de luisteraar begrijpt dat het echt en oprecht is, is elk lied relevant uit welke eeuw het ook stamt. Mijn songs zijn ontstaan door mijn kijk op het leven, mijn interpretatie vanuit mijn perspectief: één van de redenen dat ik nu soloartiest ben. Dat wat ik uit wil dragen, is nauwelijks te doen in bandverband. Er zijn genoeg bands die dat geweldig goed kunnen, maar het komt altijd van één bepaalde songwriter binnen die band. In ieder geval beteugelt het mijn vrijheid. ‘Ledfoot is my home’.”

“Achter de mooiste dingen
schuilt vaak een groot drama”

Niets is standaard bij Ledfoot, het gebruik van belachelijk dikke snaren op zijn 12-snarige gitaar, eigenaardige gitaarstemmingen, onheilspellende slidegitaarpartijen en zijn bulderende stompbox zorgen voor een unheimisch gevoel waarmee Ledfoot je vanaf de eerste noot onherroepelijk in zijn greep houdt.
“Ik schrijf graag in deze grimmige, rauwe stijl, maar Stephen King loopt ook niet met een bebloede bijl te zwaaien door zijn huis. Voor mij is gebleken dat dit de beste manier is om de mooiste plaatjes te schetsen. Wat en of het überhaupt iets te maken heeft met het persoonlijke leven van de auteur, hoeft alleen de auteur te weten. Hij is degene die de lijn uitgooit tussen, wat hij schrijft en wat hij voelt. Hij moet zichzelf diep genoeg in de afgrond van zijn emoties durven storten om het helder genoeg te krijgen om erover te praten. Van buitenaf is dat onmogelijk, je moet het benaderen zoals een Method Actor dat doet, waarbij de acteur zijn eigen ervaringen gebruikt om een karakter zo waarachtig mogelijk weer te geven. Ik denk dat het voor iedere kunstenaar geldt, een kunstschilder komt tot de mooiste werken wanneer hij het gevecht met zichzelf durft aan te gaan. Dat wil niet zeggen dat een ander direct ziet wat de achterliggende gedachte is, maar voor de kunstenaar is het de enige manier om zich te uiten. Achter de mooiste dingen schuilt vaak een groot drama, Flowers Blossom Under The Shit.” Tim klinkt als een waar ervaringsdeskundige. “Zes donkere maanden per jaar in het kille Scandinavië helpen ook niet mee om de zonnige kant van het leven te zien, dat is een feit. Ik denk dat elke immigrant een bepaalde vorm van gemis voelt op de plek waar hij niet geboren is. Je ontkom nooit aan het gevoel van verwijdering, je zult er ook nooit voor 100 procent bij horen. Het geeft me een bepaalde vorm van introspectie die ik niet zou hebben in de vertrouwde armen van mijn geboorteland.”

We geven er geen moer om
wat iemand van ons of
onze muziek vindt”

© Ledfoot.org

De man die door zijn dochter wordt bestempeld als een goed geklede 18e-eeuwse doodgraver presenteert in 2019 zijn vierde meesterwerk ‘White Crow’ en ontvangt daarvoor een Spelleman Award [red. Noorse Grammy Award].  Op 2 oktober jl. volgt het album A Death Divine, een magistrale samenwerking tussen The Master of Gothic Blues zelf en niemand minder dan gitarist Ronni Le Tekrø van de Noorse metalband TNT. A Death Divine is een mix van donkere singer-songwriters blues en melodieuze rock, gemaakt met onberispelijk vakmanschap en fundamenteel talent, recht uit het hart en in alle opzichten relevant. “De laatste tien jaar werk ik veel voor, en met andere artiesten en maak ik regelmatig gebruik van Ronni’s  studio. Ronni werkte mee aan mijn dubbelalbum Damned en sindsdien hebben we de laatste jaren steeds vaker samengewerkt en ook menigmaal samen op de bühne gestaan. De laatste acht jaar spraken we regelmatig over het maken van een album samen. Een album zonder restricties en beperkingen dat niet als Ledfoot hoeft te klinken en ook niet als Ronni Le Tekrø of TNT. De eerste twee nummers van het album zijn volledig geïmproviseerd en van één nummer heb ik de tekst letterlijk bedacht tijdens het opnemen. We zijn gewoon de studio ingetrokken zonder enig vast omlijnd kader, we deden waar we goed in waren. Liedje voor liedje in totale vrijheid. Met zo min mogelijk overdubs want de sound moest puur en authentiek blijven. Ronnie en ik kunnen allebei putten uit een hele dikke encyclopedie vol ervaring. Ook al heeft Ronni een metal achtergrond, het is maar één klein gedeelte van de wereld waarin hij leeft. De jaren dat ik met hem maand in maand uit in de studio gezeten heb, heb ik hem maar zelden een metal gitaarriff horen spelen. Hij is enorm getalenteerd en breed onderlegd. We hebben een fantastische relatie omdat we geen enkele verwachting hebben van elkaar. We vertrouwen elkaar blindelings en geven er geen moer om wat iemand van ons of onze muziek vindt. Het maakte niet uit wat er uitkwam, als het maar goed zou zijn. En dat is gelukt. Onmiskenbaar Ledfoot en onmiskenbaar Ronni Le Tekrø, maar misschien niet zoals je verwacht.”

© Carl Eek Torgesen

Bestel de albums van Ledfoot via Platomania.nl

Na een lange gedwongen pauze heeft Ledfoot zijn meest recente album ‘Coffin Nails’ op 27 januari 2023 uitgebracht. Het is inmiddels zijn zesde album en werd ook dit keer weer in Ronni Le Tekro’s Studio Nyhagen opgenomen. De mastering werd gedaan door Winter Lazerus. Het album bevat 10 nieuwe songs en zijn ‘in the spirit of the old blues tradition, all full-on analogue direct to tape recordings’; “This album was recorded and mixed in two days – live – no bullshit here – straight to tape – no edits, no punching in – just me – spitting my soul in the most naked and real setting possible – honest for better or worse – honesty – what a precious thing!”, zegt de Gothic bluesmeester tot besluit.

Dit interview verscheen eerder in Dé Blueskrant Editie 22

Meer info: www.ledfoot.org